Gebruikte materialen

 

  • Waar er “mat” staat mag je uiteraard je eigen standaard station gebruiken (als dat bvb een pegspod is of zo). Als er “voorvoetenmat” of “achtevoetenmat” staat, is dat uiteraard wel degelijk een mat.
  • Het formaat, de grootte of het materiaal van de gebruikte matten, paaltjes of targets maakt niet uit; gebruik wat je in de training gebruikt.
  • Kleuren zijn niet verplicht, gebruik je eigen kleursysteem.
  • Heeft je paard extra matten nodig of extra kegels om de weg te vinden, plaats ze er dan tussen.
  • heb je meer bvb tussenmatten of kegeltjes nodig? Dat mag altijd, in zo ver het grondwerkoefeningen zijn. Bij gereden oefeningen rij je je eigen pad en hoor je echt wel minder afhankelijk te zijn van targets. Probeer het zowiezo met zo weinig mogelijk te doen, zodat je je paard niet plots, eens in het zadel, overvalt met afstand, duur en volhouden.

Afstanden

 

  • elk vierkant is een paardlengte ttz de afstand van de boeg van je paard tot z’n staart, gemeten op de zijkant van je paard. Dat hoeft niet tot op de centimeter te zijn, maar het zorgt er wel voor dat een rijpony in centimeters minder ver moet lopen dan een grote Fries, maar dat ze wel allebei ongeveer dezelfde inspanning moeten leveren.,
  • Aangeduide afstanden zijn MINIMUM afstanden: pas ze aan waar je paard ze nodig heeft. Neem bochten ruimer, vergroot cirkels enz.,
  • Parcoursen mogen rechtuit uitgewerkt worden als je bvb op de track van een paddock paradise traint. Als er een bocht wordt gevraagd, doe die oefening dan waar zo’n bocht kan. VERLENG in dat geval het aantal paardlengtes in bvb de voorgaande volg- of stuuroefening. Weet wel dat je puntentelling hoger ligt als je buiten een gangpad zoals een smalle track werkt, dus in een open ruimte, omdat je paard in een open ruimte minder begeleid wordt door wanden of omheiningen in waar hij heen moet.

Rijden

 

  • Op de grond wordt er gemeten in paardlengtes. Dat verandert onder het zadel in het geval van bvb cirkels, voltes en achtjes. Dwing je paard onder het zadel niet op even kleine voltes als hij dat bvb op de grond wel aankan. Denk aan je rijlessen en gebruik de standaard dressuurmatige afmetingen voor voltes, cirkels enz.
  • Vanaf em6 wordt er opgestapt, en het rijden wordt van daar af exponentieel langer. Bereid je paard van in het begin voor op tempo, duur en afstand, zodat je hem er niet mee overvalt als je in het zadel gaat. Inspanning leveren moet dan al een gewoonte zijn.
  • EquiMario is bedoeld als opeenvolgende meetpunten voor je rijden. Je rijden wordt niet alleen gequoteerd op het afwerken van de oefening, maar ook over HOE je rijdt, of je paard een beetje rechtop kan blijven, hoe vlot de overgangen zijn enzovoort én hoe vriendelijk het er allemaal uitziet.
  • Je rijdt in principe met zo weinig mogelijk om het hoofd van je paard. Dat betekent: bij voorkeur bitloos, en als je wil bvb gewoon op halsring. Als je absoluut denkt een bit nodig te hebben, doe dan – maar dan op z’n minst een dubbelgebroken trensje. Een bit met scharen = 0 punten op voorhand al. Bij dichtgesnoerde monden kijken we gewoon niet verder naar je proef.
  • Zadel en singel = in zoverre je paard de leeftijd heeft, vb. een jong paard heeft bvb een dekensingel om, maar geen zadelsingel; of heeft een gesingeld zadeldekje om, maar nog geen zadel.
  • UITERAARD geen zweep of sporen. Targetsticks mag.

Puntentelling

 

  • Het scoresysteem werkt per oefening met 3 scores: ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, en ‘goed’.
    Onvoldoende = de oefening gebeurt niet of heel slordig. Voldoende = de oefening wordt netjes en ontspannen uitgevoerd. Goed = van die uitvoering worden we blij.
    Een voorbeeld: in EM10 moet je “de was ophangen”. Voldoende = als je de was naast je paard aan de omheiningsdraad ophangt. Goed = als je onder een hoge wasdraad tot stilstand komt en de was boven je hoofd ophangt, waarbij je je paard precies daar maneuvreert waar je moet zijn.
  • Bij sommige oefeningen staat duidelijk omschreven op welke manier je al meteen extra punten krijgt, maar bij elke oefening waarbij we achterover vallen van de uitvoering doet je nog extra scoren.
  • Elk nummertje in de lijst met oefeningen is in principe één oefening die apart wordt gequoteerd. Let wel: op dit moment wordt dit getest, zodat sommige oefeningen nog zullen worden opgesplitst of samengevoegd.
  • De optelsom van alle scores wordt omgezet in een percentage. Dat percentage is je score.
  • Je mag in een heel parcours twee keer falen. Falen is niet erg; het is de manier waarop je er dan opnieuw aan begint die mee gaat in de puntentelling. Drie keer falen: stuur je filmpje niet in. Het gaat net zoals bij jumping: als je paard drie keer weigert word je uitgebeld. Als clickertrainers gaan we er uiteraard van uit dat je paard niet “weigert”: JIJ bent het die hem fout hebt voorbereid op de oefening. JIJ wordt uitgebeld, niet je paard.

Je proef afleggen

 

  • Je mag je proeven afleggen door
    • ze in te sturen -> ga naar de webshop en klik op “EquiMario”. In de dropdown kies je je proef. Vul het formulier volledig in. Het kan tot drie weken duren voor je je score hebt.
    • ze live af te leggen voor de ogen van je bosswatje-lesgever.
  • Alleen bosswatjes mogen een proef live afnemen of een filmpje scoren. Je mag uiteraard wel met andere, niet-bosswatjes in je lessen werken aan je proeven.
  • Leg je proef in één keer af – dus niet in losse filmpjes zoals je bij de voorbeelden ziet. We willen één, ongeknipt filmpje zien, of je rijdt in één keer je proef voor je lesgever. Uiteraard mag iemand je helpen om de volgende oefening af te lezen zodat je niet verloren rijdt, de bossen in.