Zoals altijd: als je weet waarom je iets doet, doe je het hoe ook beter.
Inge Teblick duikt in de wetenschap rond aanraking (al dan niet met een touw of teugel tussen).
Uit de ethisch-filosofisch-wetenschappelijke inzichten in deze theoriecursus groeien de trainingsplannen voor de drie volgende praktijkcursussen 'Touwtoestanden', 'Teugeltoestanden' en 'Bodypart targeting'.

2 u

Welke oefeningen zijn al zeker handig om mee te nemen naar het rijden?
Inge, Roos en Françoise geven elk hun insteek mee.

Nb. De cursus "Tactiele cues" is nu een aparte cursus (die nog zal aangroeien), en uiteraard, omdat rijden toch wel een combinatie blijft van R+ en R-, superbelangrijk om stil te staan bij hoe je "aversieve" druk zo veel mogelijk kan omzetten in tactiele cues.

Introductie en herhaling: wat is belonend rijden, en wat zijn de dingen die je in je hoofd op een rijtje moet hebben zitten? En als we dat weten, hoe ziet de opbouw van het rijden er dan uit?

Ook als je aan agility doet, zijn er dingen om op te letten of ze biomechanisch wel correct gaan.

Wat is biomechanisch correcte training in de basis vrijheidsdressuuroefeningen?

"Lange rug", "achter de loodlijn", "draagt zich niet", "opgekrulde hals"... De paardensport heeft een heleboel mysterieuze woorden voor dingen die je paard blijkbaar niet op de 'correcte' manier doet. Wat betekenen die uitdrukkingen eigenlijk allemaal, en hoe kan je zien of jouw paard er een beetje okee beweegt?

Als het een gedragsprobleem is, hoe begin je daar aan?

Cues en stimuluscontrole.

Hoe ga je een klein beetje georganiseerd trainen? Wat wil je, hoe ziet het er uit, hoe ga je er geraken?
Hoe richt je je trainingsplaats in, waar begin je en hoe eindig je?

Tip 1: ga hierna ook kijken naar Game Design-cursussen, zowel voor de achtergrond van het spelenderwijs opbouwen van training als praktische tips.
Tip 2: voor het opbouwen van je training binnen de basisoefeningen, ga naar de cursus Criteria in de praktijk.

Wat doet het met de motivatie van je paard als je hem de hele tijd beloont, of maar af en toe, of maar heel zelden?